TripleA:Aanvullen onderwijscatalogus

U leest een pagina uit het Triple A-archief

Korte beschrijving

Het toevoegen van specifieke kenmerken aan de informatiedragers (onderwijsproducten of referentiearrangementen) in de onderwijscatalogus, teneinde de catalogus te gebruiken voor aanvullende processen. Denk hierbij aan roosteren, management informatie of begeleiding.

Uitgangspunten en keuzes

  • De inrichting van de onderwijscatalogus is aan de instelling

Het aanvullen van de onderwijscatalogus

Nadat er informatiedragers zijn gedefinieerd en beschreven in de ingerichte onderwijscatalogus, kan er besloten worden dat de informatiedragers (de onderwijsproducten en/of referentiearrangementen) ook gebruikt gaan worden voor het voeden van andere processen. Zo kan het zijn dat een onderwijsinstelling een “les engels” ook wil roosteren of informatie wil zien van het aantal keren dat het onderwijsproduct is afgenomen, of misschien wil de onderwijsinstelling wel gebruik maken van de informatie van het onderwijsproduct “les engels” om relevante begeleidingsinformatie voor de deelnemer die de les volgt, te tonen. Voor de zojuist genoemde voorbeelden is de basaal ingerichte onderwijscatalogus die is ontstaan tijdens het proces “ontwikkelen onderwijs” onvoldoende gedetailleerd. Er is een aantal gegevens dat specifiek voor roosteren benodigd is, net als voor het genereren van managementinformatie of het monitoren van de voortgang van een deelnemer. Voor het toevoegen van deze gegevens aan de onderwijsproducten is het proces “aanvullen onderwijscatalogus” bedacht. Dit proces bevat het bepalen van de aanvullende processen waarvoor de informatiedragers gegevens moeten gaan tonen (zoals voor roosteren, managementinformatie of begeleiding). Daarna(ast) wordt gedefinieerd over welke gegevens het gekozen aanvullende proces wil beschikken.

Het aanvullen van de informatiedragers met extra gegevens omwille van het gebruik voor andere processen, noemen wij modulariteit.