TripleA:Leervraag arrangeren

U leest een pagina uit het Triple A-archief

Korte beschrijving

Het samen met de deelnemer formuleren van zijn/haar leervraag en het matchen van de leervraag van de deelnemer met het aanbod van de instelling. De leervraag wordt vertaald naar arrangementen en/of onderwijsproducten. Hierdoor ontstaat een planbaar en uitvoerbaar geheel dat als basis dient voor het roosterproces.

Uitgangspunten en keuzes

  • De leervraag van de deelnemer staat centraal in het gehele proces van onderwijslogistiek en roosteren
  • De leervraag wordt samen met de deelnemer geformuleerd
  • Instelling heeft keuzevrijheid om het arrangement samen met deelnemer te specificeren
  • Samenvoegen use cases is mogelijk
  • De inrichting van de onderwijscatalogus is aan de instelling

Het formuleren van de leervraag van de deelnemer

Een van de meest fundamentele uitgangspunten van de onderwijsfilosofie van Triple A is het centraal stellen van de leervraag van de deelnemer. Door de leervraag te beschrijven en deze vervolgens te vertalen naar producten die door de onderwijsinstelling worden aangeboden, wordt hier recht aan gedaan. Dit kan een verzameling samenhangende producten uit de onderwijscatalogus zijn, maar ook een verzameling ‘losse producten’. Een deelnemer hoeft dus niet te worden ingeschreven op een complete opleiding, bestaande uit vaste vakken, die door alle deelnemers worden gevolgd.

Samen met de deelnemer

Als de leervraag van de deelnemer centraal staat, betekent dit grote betrokkenheid van de deelnemer bij het vaststellen hiervan. Het formuleren van de leervraag gebeurt dan ook samen met de deelnemer. Samenhang met Intake

Tijdens de Intakefase is de leervraag van de deelnemer verkend en is meestal een start onderwijsproduct afgesproken. Het start onderwijsproduct is het onderwijsproduct uit de onderwijscatalogus waarmee de deelnemer direct na inschrijving kan starten. De tijdens de Intake gemaakte afspraak op hoofdlijnen, specificeert nog niet wat de deelnemer binnen dat verbintenisgebied precies wil gaan doen en wat de onderwijsinstelling hiervoor aan producten in huis heeft en aan middelen moet gaan inzetten. In veel gevallen zal de leervraag nog niet expliciet genoeg zijn gemaakt en moet de deelnemer daarbij worden geholpen. Pas dan kan een goed aanbod worden geformuleerd. Is een deelnemer al op weg met zijn studie, dan kan er aanleiding zijn om de leervraag opnieuw tegen het licht te houden en te (her)formuleren. Daarna zal (in de use case arrangement specificeren) de vertaling naar producten uit de onderwijscatalogus plaatsvinden, tot op gewenste niveau. Het is overigens aan de instelling om de use cases intake, formuleren leervraag en arrangement specificeren wanneer dat zinvol is, geheel of gedeeltelijk te combineren.

Leervraag vanuit een bedrijf of instelling

De leervraag kan ook uitgaan van een bedrijf of instelling die, nog los van de individuele inschrijvingen, een op maat gesneden aanbod wil krijgen voor zijn medewerkers.

Producten uit de onderwijscatalogus

De onderwijscatalogus bevat alle onderwijsproducten die een onderwijsinstelling kan aanbieden. Door de leervraag uit te drukken in deze onderwijsproducten, ontstaat voor de deelnemer duidelijkheid over wat zijn studie (of ieder geval de start van de studie) zal gaan betekenen. Voor de onderwijsinstelling is dit een eerste stap om te komen tot een concreet aanbod waarvan in een later stadium de planning- en middelenbehoefte duidelijk wordt. Hierbij kan de instelling gebruik maken van referentiearrangementen. Dit zijn voorbeelden van in een arrangement samengebrachte onderwijsproducten die invulling geven aan een bepaalde leerroute

Specifieke wensen of beperkingen (randvoorwaarden)

Er zijn talloze zaken die van invloed kunnen zijn op de realiseerbaarheid van de leervraag of deze in ieder geval kunnen beïnvloeden. Naast fysieke beperkingen van een deelnemer kun je ook denken aan de plaats of het tijdstip van de onderwijsuitvoering waar een deelnemer niet aan kan voldoen door bijvoorbeeld werk of vervoer. Door dit zo vroeg mogelijk in het proces te inventariseren, kan hiermee rekening worden gehouden voor het bepalen van het onderwijsaanbod. Deze aanvullende wensen of beperkingen maken onderdeel uit van de leervraag (en het daaruit volgende arrangement). Ook Erkennen van Verworven Competenties (EVC’s) heeft invloed op het uiteindelijk te volgen onderwijsarrangement.

Controles

De begeleider zal het pakket onderwijsproducten steeds toetsen aan een aantal criteria. Er moet worden voldaan aan vooropleidingseisen. De urennorm (BBL/BOL) moeten worden gechecked in verband met bekostiging. In de meeste gevallen moet ook worden gewaarborgd dat een verzameling onderwijsproducten leidt tot het kunnen behalen van een erkend diploma. Deze controles kunnen na het formuleren van de leervraag al worden uitgevoerd, zij het beperkt. Op basis van het arrangement en het uiteindelijke rooster zijn gedetailleerdere controles mogelijk. Deze controles spelen daarnaast ook een rol in het proces van begeleiden en monitoren.

Resultaat

Er is een geformuleerde en vastgelegde leervraag uitgedrukt in product(en) uit de onderwijscatalogus die is aangevuld met wensen en randvoorwaarden van de deelnemer, zodat de vraag omgezet kan worden in een arrangement.

Groeperen leervragen

Een groep ontstaat wanneer een aantal deelnemers op een bepaald moment gezamenlijk deelneemt aan een bepaalde onderwijsactiviteit. Deze groepen onstaan als gevolg van het roosterproces, maar kunnen ook al eerder worden samengesteld.

In principe is er geen sprake van het groeperen van leervragen voorafgaand aan het roosterproces. Eventuele groepen van deelnemers die gedurende een korte of langere periode hetzelfde onderwijs volgen onstaan als gevolg van het roosteren. Het roosterproces kan daarbij rekening houden met een veelheid aan regels die de samenstelling van groepen beïnvloedt.

Het specificeren van het leerarrangement

Nadat de leervraag is vastgelegd en uitgedrukt in (één of meerdere) producten uit de onderwijscatalogus, dient deze verder te worden gespecificeerd. Daarbij worden alle relevante keuzes en volgordes binnen en tussen onderwijsproducten vastgelegd. Daardoor wordt het aangeboden pakket onderwijsproducten een planbaar en uitvoerbaar geheel. Bij het opstellen van het arrangement kan gebruik worden gemaakt van referentiearrangementen. Dit zijn voorbeelden van in een arrangement samengebrachte onderwijsproducten die invulling geven aan een bepaalde leerroute. Er vindt een finale check plaats of aan de randvoorwaarden van de deelnemer is voldaan. Het arrangement definieert zo de leerroute die de deelnemer wil gaan afleggen. De verschillende leerroutes die mogelijk zijn, kunnen worden afgeleid uit de metadatering van de onderwijsproducten, bijvoorbeeld op basis van de verwijzingen naar de taxonomie. Daarnaast kan er in de metadatering van samengestelde onderwijsproducten (hoger aggregatieniveau) in de onderwijscatalogus informatie zijn opgenomen over de mogelijke leerroutes. Deze stap is van belang om te zorgen dat alle individuele arrangementen tot een uitvoerbare planning leiden. Daarvoor zullen de overeenkomstige onderdelen (qua inhoud en tijd) van de individuele arrangementen verzameld worden. Soms zal, als onderdeel van het arrangeerproces, de volgorde van aangeboden onderwijsproducten moeten worden gewijzigd of zal een andere uitvoeringslocatie uitkomst bieden.

Spelregels

De onderwijsinstelling zal spelregels moeten opstellen voor de ruimte die aan de deelnemer wordt geboden t.a.v. keuzevrijheid en gebruik maken van de flexibiliteit in het onderwijsaanbod. Daarnaast zal aan de arrangeur duidelijk moeten worden gemaakt waar deze zich aan te houden heeft om tot een economisch verantwoord arrangement te komen. Hij zal zich moeten houden aan wettelijke normen en aan de overeengekomen verhouding tussen theorie en praktijk. De arrangeur wordt in het werk geholpen door gebruik te maken van eerder gemaakte (referentie-)arrangementen en door informatie die beschikbaar is uit prognoses.

Niet noodzakelijkerwijs met de deelnemer samen

Bij het formuleren van de leervraag is de deelnemer zeer nadrukkelijk in beeld. Het is immers zijn leervraag. Bij het arrangeren bepaald het aanbod de focus. Triple A heeft om deze reden twee use cases (formuleren leervraag en arrangement specificeren) gemaakt en niet één. De deelnemer is bij arrangeren nadrukkelijk minder in beeld, omdat gekeken wordt naar de aan te bieden producten en de uitvoerbaarheid daarvan. Desalniettemin zal in een aantal gevallen ook het arrangeren samen met de deelnemer kunnen plaatsvinden.

Verbinding van aanbod met resources

De producten in de onderwijscatalogus zijn voorzien van informatie over de benodigde resources die bij dat product horen. De manier waarop gearrangeerd wordt, heeft uiteindelijk effect op het beslag dat gedaan wordt op de middelen. ‘Slim’ arrangeren betekent zuinig omgaan met de beschikbare middelen en de mate van uitputting daarvan. Hoewel het roosterproces uiteindelijk een zo efficiënt mogelijke match moet maken tussen het gevraagde onderwijs (vastgelegd in de arrangementen) en de beschikbare middelen, kunnen er al bij het arrangeren keuzes gemaakt worden die dit proces versoepelen.

Resultaat

Uiteindelijk ontstaat een op de deelnemer toegesneden arrangement waarin de leervraag is vertaald naar een aanbod, samengesteld uit onderwijsproducten van de onderwijscatalogus, aangevuld met aanvullende wensen en randvoorwaarden. De verzameling arrangementen is daarmee geschikt gemaakt voor het roosterproces.

Bestellen en betalen leermateriaal

Zodra leermateriaal op de leermiddelenlijst staat, zullen er voorbereidende maatregelen genomen moeten worden zodat het leermateriaal daadwerkelijk besteld, betaald, geleverd en gebruikt kan worden. De bestelomgeving is de omgeving waarin deelnemers en docenten de voor hen relevante leermaterialen daadwerkelijk kunnen bestellen en betalen. Op deze bestelomgeving wordt voor elke deelnemer of docent een gepersonaliseerde leermiddelenlijst gepresenteerd. Vanuit de bestelomgeving kan het leermateriaal daadwerkelijk besteld worden. Een deelnemer of docent is niet verplicht om alles op zijn persoonlijke leermiddelenlijst via de bestelomgeving te bestellen. Hij kan er immers ook voor kiezen om het leermateriaal elders aan te schaffen. Daarnaast kan er ook keuzevrijheid zijn in het specifieke leermateriaal bij een onderwijsproduct.

Voor de betaling en levering kunnen verschillende afspraken met leveranciers of distributeurs zijn gemaakt. Het ideaalbeeld is dat een deelnemer direct na zijn bestelling ook de betaling voor het totaal aan bestelde leermiddelen kan doen. Vervolgens wordt de levering gedaan conform de afspraken, bijvoorbeeld per post, digitaal via autorisatie in de bestelomgeving of vanuit een op de instelling aanwezige voorraad.