TripleA:Formuleren leervraag (Use case)

U leest een pagina uit het Triple A-archief

Op deze use case zijn scenario's van toepassing

Een scenario is een alternatieve wijze waarop de informatie over de use case gelezen en gebruikt kan worden.

Er zijn vier scenario's: rood, groen, geel en blauw. Welk scenario van toepassing is in uw organisatie is afhankelijk van een aantal uitgangspunten.

Klik hier voor meer informatie over de uitgangspunten van de verschillende scenario's.

De beschrijvingen van de use cases zijn beschreven vanuit het oogpunt van scenario 'geel'. Naast de beschrijving zijn de verschillen opgenomen van de andere scenario's, ten opzichte van het gele scenario.

Het formuleren van de leervraag is een activiteit van de begeleider samen met de deelnemer of opdrachtgever, waarbij de leervraag wordt uitgedrukt in producten uit de onderwijscatalogus, (eventueel) aangevuld met additionele wensen en voorwaarden. In deze use case wordt de leervraag geïnventariseerd en zoveel mogelijk vertaald naar beschikbare producten of een verzameling van producten. Er wordt met name aandacht besteed aan het vertalen van de leervraag van de deelnemer naar de onderwijslogistieke consequenties.

Een belangrijk onderdeel van het formuleren van de leervraag is het maken van een keuze uit de elementen van de kwalificatiestructuur, die past bij de leervraag. Dat kan betekenen dat wordt gekozen voor het passende verbintenisgebied, bijvoorbeeld een specifieke kwalificatie als de deelnemer nog is ingeschreven op een kwalificatiedosssier, of de keuze voor een of meerdere keuzedelen. Als gevolg van de keuze voor een ander verbintenisgebied of een keuzedeel, zal de onderwijsovereenkomst moeten worden gewijzigd via de use case Wijzigen verbintenis.

Use case

Aanleiding

  • Er is een (nieuwe of gewijzigde) verbintenis geregistreerd, waarvoor de leervraag nader geformuleerd moet worden, binnen het vastgelegde verbintenisgebied.

of

  • Vanuit de begeleiding komt het verzoek om de leervraag te (her)formuleren, bijvoorbeeld om de keuze voor het verbintenisgebied of een of meer keuzedelen te bepalen

of

  • Een leervraag blijkt (deels) niet te arrangeren te zijn, waardoor het noodzakelijk is de leervraag bij te stellen

Actoren

  • Deelnemer, Begeleider, Opdrachtgever

Doel

  • De leervraag binnen het verbintenisgebied omzetten naar concrete onderwijsproducten uit de onderwijscatalogus, aangevuld met aanvullende wensen en voorwaarden van de deelnemer, zodanig dat op basis hiervan een arrangement kan worden samengesteld.
  • Het maken van de juiste structuurkeuze (verbintenisgebied en keuzedelen) uit de kwalificatiestructuur

Beschrijving acties

Vertalen leervraag naar onderwijsproducten
Deze activiteit wordt alleen uitgevoerd als ze nog niet bij de intake is uitgevoerd. Bij de intake kan al zeer specifiek zijn besproken welke onderwijsproducten de deelnemer gaat volgen. Dan wordt deze activiteit in deze use case niet opnieuw uitgevoerd. Bij de intake kunnen ook zeer minimale afspraken zijn gemaakt, dan start deze use case met de minimale invulling van de leerwens als uitgangspunt.
  • De begeleider bekijkt welk verbintenisgebied er met de deelnemer is afgesproken.
  • Vervolgens inventariseert de begeleider tijdens een gesprek met de deelnemer of opdrachtgever zijn leervraag en vertaalt deze leervraag in producten op een hoog aggregatieniveau uit de onderwijscatalogus. Hierbij moet gedacht worden aan: de benoeming van het deeltraject of de lessenreeks die bij deze leervraag horen.
  • De begeleider bespreekt met de deelnemer uit welke onderdelen dit onderwijsproduct ongeveer bestaat (dus bijvoorbeeld een aantal theorielessen, stageperiode, een bedrijfsbezoek en een toets), zodat duidelijk wordt voor de deelnemer wat zijn leervraag in de praktijk ongeveer zal gaan inhouden.
  • De leervraag wordt uiteindelijk vastgelegd door een of meerdere onderwijsproducten te selecteren, in de meeste gevallen op aggregatieniveau 2 (leertaak) of 3 (leertraject) van de onderwijscatalogus.
Keuze maken voor verbintenisgebied
Op basis van de leervraag zal een passend verbintenisgebied moeten worden gekozen. Wanneer een deelnemer is ingeschreven op een domein, dan kan worden gekozen voor een specifiek kwalificatiedossier of kwalificatie. Als een deelnemer is ingeschreven op een kwalificatiedossier, dan kan worden gekozen voor een specifieke kwalificatie. Er kan ook sprake zijn van een andere overstap naar een ander verbintenisgebied.
Keuze maken voor keuzedelen
Afhankelijk van het soort opleiding dat de deelnemer volgt, zal er ook een keuze moeten worden gemaakt uit het aanbod aan keuzedelen. Met de keuze voor één of meerdere keuzedelen geeft de deelnemer invulling aan de keuzedeelverplichting behorend bij de opleiding. Voor een vakopleiding is dat bijvoorbeeld een studielast van 720 klokuren, in te vullen met één keuzedeel van 720 klokuren, één van 480 en een van 240 klokuren, of drie keuzedelen van 240 klokuren. Als de deelnemer een keuzedeel heeft gekozen, dan komen de onderwijsproducten die op dat keuzedeel betrekking hebben beschikbaar voor de deelnemer, en kan hij deze dus ook opnemen in de leervraag.
Controleren op toelatingseisen
De begeleider controleert welke toelatingseisen er zijn om een onderwijsproduct te kunnen volgen, zoals vooropleiding en reeds gehaalde onderwijsproducten. De begeleider bekijkt of de deelnemer de vereiste vooropleiding en kwalificaties heeft. De begeleider legt de relevante vooropleiding of kwalificaties vast in het dossier als dit nog niet is gebeurd. Als blijkt dat de vooropleiding of kwalificaties onvoldoende zijn, kunnen er aanvullende of andere onderwijsproducten aan de geformuleerde leervraag worden toegevoegd.
Controleren op urennorm
De begeleider controleert of de onderwijsproducten voldoen aan de wettelijk vastgestelde minimum urennorm. Afhankelijk van de periode waarvoor de instelling roostert, moet de leervraag voor een bepaalde periode zijn geformuleerd en voldoende uren omvatten om aan die norm te voldoen. In de onderwijscatalogus kan de begeleider controleren (ook op de hogere aggregatieniveaus) hoeveel uren het onderwijsproduct omvat. Daarnaast is de begeleider voldoende bekend met de inrichting van het onderwijs om een inschatting te maken van de onderwijsproducten die een deelnemer in een bepaalde periode moet doen om die norm te halen.
Controleren op de relatie tot het behalen van een diploma of kwalificatie
De begeleider controleert of de geselecteerde onderwijsproducten voor de deelnemer voldoende perspectief bieden op het behalen van een diploma of kwalificatie. Om dit te kunnen beoordelen worden de reeds afgenomen onderwijsproducten en summatieve toetsen, en de geselecteerd onderwijsproducten voor de komende periode vergeleken met de nog te halen summatieve toetsen voor het beoogde diploma of kwalificatie.
Datzelfde geldt voor de gekozen keuzedelen. De keuzedelen moeten zijn gekoppeld aan te kwalificatie waarop de deelnemer is ingeschreven, of de deelnemer moet een verzoek hebben ingediend om een niet gekoppeld keuzedeel te mogen volgen. Daarnaast is het overigens wel mogelijk dat een deelnemer extra (eventueel niet gekoppelde) keuzedelen volgt.
Vaststellen van randvoorwaarden deelnemer
Aanvullend op de geselecteerde onderwijsproducten worden de randvoorwaarden voor de deelnemer vastgelegd, zodat bij het maken van het arrangement en het rooster daar rekening mee kan worden gehouden. Randvoorwaarden voor de deelnemer zijn aanvullende wensen en andere voorwaarden. De begeleider bekijkt of randvoorwaarden reëel zijn. De wens om altijd het 1e uur vrij te hebben, omdat iemand wil uitslapen of een BOL deelnemer die graag één dag per week vrij wil hebben, zijn geen reële wensen. Het kan hier wel gaan om:
  • Gewenste volgordelijkheid van de te volgen onderwijsproducten
  • (voorkeurs)dagen die kunnen bepaald zijn door bijvoorbeeld werk en/of persoonlijke situatie van de deelnemer)
  • (voorkeurs)locatie vanwege toegankelijkheid voor gehandicapte deelnemer of reistijd
  • Bij BPV ook voorkeuren, zoals cultuur van het leerbedrijf, grootte van het leerbedrijf, de manier van begeleiding, religieuze aspecten, etc.
Vastleggen van de leervraag
De leervraag wordt vastgelegd en uitgedrukt in onderwijsproducten uit de onderwijscatalogus, inclusief de gekozen keuzedelen. De randvoorwaarden van de deelnemer worden tevens vastgelegd. Door het definitief maken van de leervraag, kan de leervraag worden gearrangeerd.
Een gewijzigd verbintenisgebied en gekozen keuzedelen moeten op (een opleidingsblad of bijlage bij) de onderwijsovereenkomst worden vermeld. In dat geval wordt de onderwijsovereenkomst door middel van de werkopdracht ‘Wijzigen verbintenis’ aangepast.
Afhandelen afwijking leervraag en verbintenisgebied
Een leervraag van een deelnemer kan (gaan) afwijken van het afgesproken verbintenisgebied. Een deelnemer ingeschreven op het domein zorg, kan een leervraag hebben/ontwikkelen voor het domein hospitality en recreatie. Dan zal de verbintenis met de deelnemer moeten worden gewijzigd. Om dit te regelen registreert de begeleider dat dit moet worden gedaan en gaat er een signaal naar de werkopdracht Monitoren en Adviseren.
Afhandelen eventueel niet in te vullen (deel van de) leervraag
Het is mogelijk dat de leervraag niet gehonoreerd kan worden vanwege oorzaken bij:
  • De deelnemer
  • De vooropleiding van de deelnemer is onvoldoende
  • De persoonlijke omstandigheden van de deelnemer staan het volgen van de onderwijsproducten in de weg (psychische en/of sociale omstandigheden e.d.)
  • Etcetera
  • De instelling
  • Er zijn (waarschijnlijk) onvoldoende aanmeldingen voor de uitvoering van de leervraag
  • Een keuzedeel wordt niet aangeboden, omdat niet aan de (vooraf kenbaar gemaakte) voorwaarden voor uitvoering is voldaan. Bijvoorbeeld omdat onvoldoende of te veel deelnemers het keuzedeel hebben gekozen
  • De gevraagde onderwijsproducten zijn niet beschikbaar
  • Er zijn onvoldoende faciliteiten (personeel en/of middelen) voor realisatie van de onderwijsproducten
  • De externe partij
  • Er kan niet worden voldaan aan afgesproken voorwaarden (bijvoorbeeld afgesproken aantal deelnemers wordt niet nagekomen, bedrijf is failliet e.d.)
Indien (een deel van) de leervraag niet ingevuld kan worden omdat deze onderwijsproducten niet in de onderwijscatalogus voorkomen, registreert de begeleider deze vraag (vragen). Met deze registratie wordt een signaal afgegeven dat aanleiding kan zijn tot het onderzoeken en ontwikkelen van nieuwe onderwijsproducten. Dit werkproces wordt nog nader uitgewerkt in een andere use case. Indien de oorzaken liggen bij de deelnemer of de externe partij kan de begeleider een (nieuw) gesprek plannen (eventueel met een andere begeleider) voor het opnieuw definiëren en eventueel aanpassen van de verbintenis. Hij kan daartoe afspraken maken met andere medewerkers binnen de instelling. De begeleider registreert dit waardoor er een signaal gaat naar de use case Monitoren en Adviseren.
Ook als blijkt dat beide partijen niet tot overeenstemming komen, registreert de begeleider dit en gaat er een signaal naar de use case Monitoren en Adviseren met mogelijk de uitkomst om de verbintenis tussentijds te beëindigen.

Invloed van scenario's

 Scenario Geel
SamenvattingUitgangspunt in het logistieke proces is dat iedere deelnemer periodiek de gelegenheid heeft om zijn/haar leervraag kenbaar te maken. Deze leervraag kan over een langere periode gaan (niet alleen de komende roosterperiode bijvoorbeeld). Bij het formuleren van de leervraag kan de deelnemer, ondersteund door zijn/haar begeleider, een keuze maken uit het beschikbare aanbod zoals vastgelegd in de onderwijscatalogus. Eventueel kan de onderwijsinstelling referentiearrangementen definiëren. Een referentiearrangement is een ‘aanrader’ in de vorm van een samenhangende leerroute die goed past op een veel voorkomende leervraag.
PersoneelDe begeleider helpt de deelnemer de leervraag te vertalen naar een arrangeerbare vraag. De begeleider heeft dus zicht op de aanbodmogelijkheden van de instelling.
StructuurDe begeleider vormt samen met de arrangeur de ‘front office’. De front office is erop gericht om de vraag van de deelnemers zo goed mogelijk te vertalen naar een arrangement. De front office is niet verantwoordelijk voor de uitvoering.
 Scenario Rood
SamenvattingIn het rode scenario heeft de deelnemer zowel bij de intake (bij de start van de opleiding) als in de begeleiding al kenbaar gemaakt welke leerwensen hij heeft. Op basis van de informatie van alle deelnemers, gecombineerd met de kennis en ervaring van het team is er een onderwijsaanbod vastgesteld dat door het team wordt aangeboden. Het onderwijsaanbod bestaat uit een verzameling onderwijsproducten waaruit door de deelnemers een selectie wordt gemaakt. De deelnemer kan dus nog kiezen binnen de verzameling beschikbaar gestelde onderwijsproducten.
PersoneelHet team is in staat (zonder tussenkomst van arrangeur) de verbinding te leggen tussen de leervraag van de individuele deelnemer en beschikbare arrangementen
StructuurHet specificeren van arrangementen op basis van (deels voorspelde) leervragen is de verantwoordelijkheid van het team. In het geval van conflicten wordt het besluit genomen door de ‘teambaas’.
 Scenario Groen
SamenvattingIn het groene scenario is het onderwijsaanbod voor een groot deel ondergebracht in referentiearrangementen, of ‘aanraders’. Zo’n aanrader is een vast samenstel van onderwijsproducten dat goed past bij een bepaald type leervraag. In de meeste gevallen herkennen deelnemers zich in dit aanbod en maken hun keuze uit de beschikbare referentiearrangementen. Maar de instelling spant zich ook in om voor elke individuele leervraag een passende oplossing te vinden, dus ook individuele leerwensen worden vastgelegd.
PersoneelDe onderwijseenheid formuleert op basis van marktinformatie en historie de (generieke) leervraag. Binnen de onderwijseenheid is alle kennis en kunde beschikbaar.
StructuurBinnen het team is een zgn. ‘sterrolhouder’ voor een bepaald thema verantwoordelijk voor de coördinatie van de onderwijsactiviteiten. De opleidingscoördinator is eindverantwoordelijk.
 Scenario Blauw
SamenvattingIn het blauwe scenario is er maar zeer beperkt sprake van het formuleren van een leervraag. De deelnemer maakt al bij de intake een keuze voor de te volgen opleiding. Daarmee ligt zijn leervraag al voor een langere tijd vast.
PersoneelDe leervraag van de deelnemer wordt zeer sterk gestructureerd door het onderwijsaanbod van de instelling.
StructuurHet formuleren van de leervraag betekent het aangaan van de verbintenis. Dit alles wordt centraal georganiseerd. De intaker is verantwoordelijk voor de totstandkoming van de verbintenis.

Resultaat

  • Er is een geformuleerde en vastgelegde leervraag uitgedrukt in product(en) uit de onderwijscatalogus en aangevuld met randvoorwaarden van de deelnemer, zodat de vraag omgezet kan worden in een arrangement.
  • Er is een keuze gemaakt voor het verbintenisgebied en/of de keuzedelen uit de kwalificatiestructuur, die kunnen worden verwerkt in de onderwijsovereenkomst

of

  • Indien er geen leervraag kan worden geformuleerd binnen het verbintenisgebied kan/moet nader onderzocht worden wat de mogelijkheden zijn voor deze deelnemer. Er gaat een signaal naar de use case Monitoren en Adviseren.

Frequentie

Minimaal één keer per deelnemer die een verbintenis heeft.

Werkopdrachten

WerkopdrachtVan use caseNaar use case
Arrangement specificeren o.b.v. de onderwijscatalogusFormuleren leervraag (Use case)Arrangement specificeren
Formaliseren leervraagVerbintenis makenFormuleren leervraag (Use case)
Formuleren leervraag (Werkopdracht)Opstellen planFormuleren leervraag (Use case)
Formuleren leervraag (Werkopdracht)Verbintenis makenFormuleren leervraag (Use case)
Monitoren en adviserenFormuleren leervraag (Use case)Opstellen plan
Monitoren en adviseren 2Opstellen planFormuleren leervraag (Use case)
Nieuw onderwijsproductFormuleren leervraag (Use case)Wijzigen verbintenis
Raadplegen onderwijscatalogus (Werkopdracht)Formuleren leervraag (Use case)TripleA:Raadplegen onderwijscatalogus
Wijzigen verbintenis 1Formuleren leervraag (Use case)Wijzigen verbintenis

Activiteitendiagram

width=400px