TripleA:Opstellen plan

U leest een pagina uit het Triple A-archief


De deelnemer en de leertrajectbegeleider verwoorden de leervraag voor de lange termijn (POP) en korte termijn (PAP) in de taal van de deelnemer. Ook maken de leertrajectbegeleider en de deelnemer afspraken voor de begeleiding, eventueel in samenspraak met zorgcoördinator.

Use case

Aanleiding

  • In het adviesgesprek is besproken dat (Werkopdracht Opstellen plan)
  • De deelnemer en de leertrajectbegeleider een eerste plan voor de komende periode gaan opstellen
  • Naar aanleiding van het monitoren of het gesprek bijstelling van het plan voor de komende periode nodig is

Actoren

  • Leertrajectbegeleider, Deelnemer, Zorgcoördinator
    • Evt. werkgever

    Doel

Bepalen van de leervraag in een voor de deelnemer begrijpelijke taal:

  • op lange termijn (POP)
  • voor de komende periode (PAP)

Maken van afspraken over de begeleiding tijdens de komende periode ten aanzien van:

  • het volgende gesprek met de leertrajectbegeleider
  • het zorgdossier

Beschrijving acties

Raadplegen Begeleidingsdossier
Het begeleidingsdossier wordt geraadpleegd voor informatie vanuit de Onderwijsintake en begeleidingsgesprekken.
Opstellen plan lange termijn (POP)
De leertrajectbegeleider en deelnemer stellen samen het plan voor de langere termijn op. In principe is dit de verantwoordelijkheid van de deelnemer.
Opstellen plan korte termijn (PAP)
De leertrajectbegeleider en deelnemer stellen samen het plan voor de korte termijn op. Dit is de basis voor het formuleren van de leervraag.
Vaststelling/goedkeuring POP
De leertrajectbegeleider keurt het POP goed voor een vastgestelde periode.
Vaststelling/goedkeuring PAP
De leertrajectbegeleider keurt het PAP goed, waarmee deze wordt geformaliseerd. Op basis van dit goedgekeurde PAP wordt middels de werkopdracht Formuleren leervraag het onderwijslogistieke proces in gang gezet.
Opnemen POP en PAP in portfolio
De deelnemer kan middels de Werkopdracht Opnemen POP en PAP in portfolio besluiten het POP en PAP in zijn portfolio op te nemen.
Bepalen extra zorg
De begeleider kan vaststellen dat er extra zorg nodig is. Op basis van het opgesteld plan kan bepaald worden welke begeleiding hierbij nodig is. Dit wordt vastgelegd in het Begeleidingsdossier en de bijbehorende afspraken worden gemaakt. Indien er extra zorg nodig zal er worden doorverwezen naar de 2e lijns zorg binnen de instelling, of 3e lijns buiten de instelling. De planning rondom zorg wordt vastgesteld en het is aan de deelnemer om deze extra zorg op te nemen in het PAP.

Resultaat

  • Een beschrijving van wat de deelnemer op de lange termijn wil bereiken (POP).
  • Een vastgesteld plan voor een bepaalde periode waarin zowel de leervraag en de begeleiding van de deelnemer is opgenomen (PAP).
  • Eventuele doorverwijzing naar tweedelijns zorg binnen de instelling, of 3e lijns buiten de instelling.
  • Gespreksverslag inclusief afspraken in leerlingvolgsysteem.
  • Rapportage aan opdrachtgever/ leerplichtambtenaar, indien nodig.

Frequentie

Minimaal 4 maal per jaar per deelnemer. De frequentie is verder afhankelijk van het te volgen traject en de daarbij behorende begeleiding en zorg.

Werkopdrachten

WerkopdrachtVan use caseNaar use case
Formuleren leervraag (Werkopdracht)Opstellen planFormuleren leervraag (Use case)
Monitoren en adviserenFormuleren leervraag (Use case)Opstellen plan
Monitoren en adviseren 2Opstellen planFormuleren leervraag (Use case)
Opnemen POP en PAP in portfolio (Werkopdracht)Opstellen planOpnemen POP en PAP in portfolio
Opstellen plan en begeleiding komende periode (Werkopdracht)Gesprek voerenOpstellen plan

Activiteitendiagram

width=400px

Invloed assen begeleiding

Variatie in leervraag

Bij een instelling waarin de leervraag vast ligt en bij aanvang gematched moet zijn met een specifieke opleiding, is de leervraag zelf geen onderwerp van het plan. De opleiding en de leervraag staan dan namelijk 1-op-1 met elkaar. Het moment waarop aandacht aan welk onderwerp wordt besteed wel, maar dat is de logistieke invulling.

Een instelling waarin de richting wel duidelijk moet zijn, maar de specialisatie nog niet, zal de nadruk leggen op het helder krijgen van de specialisatie. Dat kan betekenen dat de deelnemer verschillende vakken gaat proeven (dat is invulling van inhoud van aanbod). Er is begeleiding nodig bij het maken van het vaststellen van de uiteindelijke eindkwalificatie, waarbij het aantal opties beperkt is: hier kan dus een standaard aanpak voor zijn.

Een instelling die een deelnemer met een onduidelijke leervraag toelaat zal veel aandacht besteden aan het helder krijgen van die leervraag. Omdat de mate van onduidelijkheid en de moeite die het kost om de leervraag duidelijk te krijgen sterk kan variëren, is een meer individuele aanpak nodig. Zolang de leervraag niet duidelijk is kan niet gericht naar een eindkwalificatie worden toegewerkt. Het plan richt zich in eerste instantie op die vakken die wettelijk verplicht zijn en/of van algemene aard. Meer specialistische vakken kunnen ook worden ingezet om de deelnemer te laten proeven. Het aantal opties is niet onbeperkt, maar meer divers dan bij de andere twee instellingen. Het is denkbaar dat in dit proces de conclusie wordt getrokken dat de deelnemer een richting op wil die de instelling niet kan bieden.

Variatie in inhoud van het aanbod

Bij een instelling met een vast programma zijn ten aanzien van de inhoud van het aanbod geen keuzes te maken, anders dan logistieke (wanneer wat).

Bij een instelling waar beperkte keuze is, ligt de nadruk op de vraag welke specialisatie de deelnemer wil. De momenten in het programma waarop die keuze gemaakt moet worden liggen vast, evenals de mogelijke opties. Naarmate de opleiding voortschrijdt, worden de opties steeds specifieker voor de eindkwalificatie.

Een instelling die vrije keuze biedt, zal bij het invullen van de leervraag verder kijken dan sec de eindkwalificatie. Centraal staat de vraag wat de deelnemer straks wil worden. Dit gaat dus verder dan alleen het behalen van de eindkwalificatie. Het gaat hier dan vooral om extra vakken, waarvan de deelnemer vindt dat deze hem/haar straks helpen bij het uitoefenen van het beroep.

Variatie in vorm van het aanbod

Bij een instelling die geen variatie in de vorm van het aanbod kent, zal dit geen onderwerp van het plan zijn. Dit is een gegeven.

Bij een instelling die een beperkte reeks vormen aanbiedt, dient een keuze voor een vorm gemaakt te worden. Omdat de opties beperkt zijn, kan dit een redelijk eenvoudig proces zijn.

Een instelling die een vorm open laat, zal veel meer aandacht moeten besteden aan analyse van de deelnemer en het vaststellen van de gepaste vorm. Dit kan betekenen dat er leermateriaal aangeschaft moet worden of dat docenten in een andere vorm getraind moeten worden. Het kan zelfs impact op het beoordelen hebben.

Variatie in aanvullende behoefte

Een instelling die alleen aandacht aan het wettelijke vereiste geeft, zal in het plan alleen het hoogst noodzakelijke opnemen. Het plan is er niet op gericht om uitval van de deelnemer te voorkomen, maar om geen juridische problemen te krijgen.

Een gespecialiseerde instelling zal in intensieve mate plannen opnemen voor aanvullende zorg, waarbij mogelijk nauwe samenwerking is met 3e lijns partijen.

De instelling die een brede aanpak heeft, zal alleen waar nodig ingaan op een aanvullende behoefte. Daarbij is de stap naar eigen verantwoordelijkheid of overdragen naar 3e lijns al snel gemaakt. Er is zeer beperkte 2e lijns zorg