TripleA:Inschrijven (Proces)

U leest een pagina uit het Triple A-archief

Korte beschrijving

Het aangeven zich te interesseren voor een te definieren onderwijsaanbod door een deelnemer. Eventueel gevolgd door het aangaan van een verbintenis waar een onderwijsverplichting vanuit de instelling en een bekostigingsverplichting vanuit de deelnemer wordt vastgelegd.

Uitgangspunten en keuzes

  • Vrijblijvende interesse deelnemer wordt buiten kernregistratie afgehandeld
  • Bij intake nog geen formele verbintenis
  • Een deelnemer kan verschillende verbintenissen hebben
  • Na totstandkoming verbintenis wordt onderwijslogistiek proces in gang gezet

De aanmelding en intake

Een potentiële deelnemer heeft veelal via een aanmelding zijn interesse voor onderwijs bij de instelling kenbaar gemaakt. Mogelijk heeft hij een open dag bezocht of informatie aangevraagd. De potentiële deelnemer hoeft in zo’n geval nog niet in de kernregistratie te zijn vastgelegd.

Zodra de belangstelling concreter wordt, kan er een administratieve en onderwijskundige intake worden gedaan. In deze intake(s) wordt de vraag van de deelnemer in kaart gebracht en wordt er gekeken welke onderwijsproducten van de instelling daar het beste bij passen. Hierbij wordt ook gekeken naar de vooropleiding, relevante werkervaring, benodigde extra zorg en eventuele EVC-beoordelingen van resultaten die op andere instellingen zijn behaald. Ten behoeve van de intake wordt de deelnemer wel in de kernregistratie vastgelegd, zodat ook de resultaten van de intake kunnen worden geregistreerd.

Het uiteindelijke resultaat van de intake is een beeld van het onderwijs dat de deelnemer zou kunnen gaan volgen, rekening houdend met de eisen die aan de deelnemer worden gesteld, en het onderwijs dat de instelling kan aanbieden. Op basis van de intake moet een deelnemer kunnen besluiten zich in te schrijven. Voor de inschrijving moet het verbintenisgebied zijn bepaald. Het verbintenisgebied is een onderdeel van de kwalificatiestructuur waarop een deelnemer zich kan inschrijven: een domein, een kwalificatiedossier of een kwalificatie.

Daarnaast wordt bij voorkeur ook een startonderwijsproduct vastgesteld. Dat is het eerste onderwijsproduct waarmee de deelnemer kan starten. Dit kan de eerste periode van de gekozen opleiding zijn, maar ook een wat bredere oriëntatie op een bepaald vakgebied.

Een vergelijkbaar proces wordt ook doorlopen voor een opdrachtgever die voor een potentiële deelnemer of groep van deelnemers een bedrijfsopleiding of een cursus wil afnemen.

Het aangaan en wijzigen van de verbintenis

Als de intake achter de rug is, kan de deelnemer besluiten zich daadwerkelijk in te schrijven. Op dat moment gaan de potentiële deelnemer en de instelling een principeovereenkomst aan. De instelling spant zich in om de producten aan te bieden die aansluiten op de vraag van de potentiële deelnemer. De potentiële deelnemer heeft de intentie om de onderwijsproducten af te nemen.

De deelnemer wordt ingeschreven op een bepaald verbintenisgebied. Alle onderwijsproducten die binnen dat verbintenisgebied vallen, kunnen dan door de deelnemer worden afgenomen. Het verbintenisgebied is ook de basis voor de bekostiging. Zodra de verbintenis tot stand is gekomen, kan ook het organiseren van het onderwijs (de onderwijslogistiek) voor deze deelnemer in gang gezet worden. In eerste instantie is het startonderwijsproduct het eerste product dat voor deze deelnemer zal worden gerealiseerd.

Het wijzigen van de verbintenis

Een deelnemer kan zich bij het aangaan van de verbintenis breed inschrijven, wat betekent dat er een verbintenisgebied wordt gekozen (een domein of kwalificatiedossier) waarbinnen nog verschillende uitstroommogelijkheden zijn. Gaandeweg de loopbaan van de deelnemer zal het verbintenisgebied moeten worden vernauwd tot een specifiek kwalificatiedossier en uiteindelijk een kwalificatie.

Daarnaast kan het zijn dat een deelnemer producten wil afnemen die niet tot zijn huidige verbintenisgebied behoren. In dat geval moet de verbintenis worden gewijzigd of moet er een additionele verbintenis worden gemaakt.

De deelnemer of instelling kan ook besluiten de verbintenis te beëindigen voordat de afgesproken looptijd is verstreken. Deze beëindiging moet zorgvuldig worden uitgevoerd, omdat er mogelijk nog wel een recht is op een diploma. Als er naast deze verbintenis geen andere verbintenissen actief zijn, wordt de deelnemer bovendien uitgeschreven.